Blog

Wonderwoods, Utrecht's verticale bos

Blikvanger met toekomstperspectief?

In navolging van het Bosco Verticale in Milaan heeft Utrecht binnenkort ook een ´verticaal bos´: Wonderwoods geheten: twee torens begroeid met maar liefst 280 bomen, 6000 struiken en in totaal 19.000 planten. Op uitnodiging van de Stichting Hoogbouw gaven de samenwerkende architectenbureaus, bouwbedrijven, groenbedrijf en constructiebedrijf presentaties. Daarna volgde een projectbezoek. Ik was nieuwsgierig en ging er naar toe. Is Wonderwoods louter een eyecatcher of biedt het ook nieuwe inzichten voor de stedenbouw van de toekomst?

Vergroening en verduurzaming

Zoals de meeste andere steden heeft Utrecht meer woningen nodig. De Domstad bouwt daar waar verdicht kan worden. Bijvoorbeeld aan de Jaarbeurszijde van het Centraal Station. Dat gebied transformeert tot Beurskwartier en is door de stad benoemd tot ‘Healthy Urban Quarter’. ‘Bij de sprong over het spoor wil Utrecht een een groen statement maken in een wereld van beton en auto´s´, vertelt Jeroen Schilder, architect bij MVSA. De weelderige begroeiing van bomen en planten van Wonderwoods draagt bij aan het zuiveren van de lucht, het reguleren van de temperatuur, het stimuleren van de biodiversiteit en van het verbinden van het groen in de stad en in de omgeving.


Afbeelding MVSA.
De bouwmassa bestaat uit twee zich verjongende torens van 105 meter en 70 meter hoog. Ze zijn ontworpen door respectievelijk Stefano Boeri Architetti (van het Bosco Verticale) en MVSA Architects uit Amsterdam. De hoogste toren is weelderig begroeid; de lagere heeft veel groen aan de binnenzijde: in wintertuinen en in een atrium, en heeft een groen dak. De volumes trappen af aan de zijde van de aangrenzende geplande laagbouwwijk: Wonderwoods verbindt de hoogbouw rondom het station met de lagere delen van het Beurskwartier.

Weloverwogen is gekozen voor twee gematigde hoge torens: de begroeing in het Nederlandse klimaat zou niet goed blijven op een hoge toren. Ook speelde bij de keuze voor twee lagere torens de energiehuishouding een rol. De nationaal geldende BENG-norm (Bijna Energie Neutraal Gebouw) vereist een luchtdichte schil. Een hoge, slanke toren heeft veel gevel en weinig kubieke meters inhoud wat een negatief gevolg zou hebben op de energiehuishouding.

De duurzame energiebronnen waarvan Wonderwoods gebruik maakt zijn WKO (warmte-koude opslag), het stadswarmtenet, warmtepompen en zonnepanelen. Omdat er geen ruimte is voor de zonnepanelen vanwege de groene terassen zijn de zonnepanelen elders geplaatst. BENG staat toe dat zonnepanelen worden uitgeplaatst op een ander gebouw binnen een straal van 10 kilometer.


Het plot van 120 × 60 meter is gescheiden door een straatje. Een oplossing die zorgt voor de menselijke maat.


Afbeelding MVSA.
Globale functieindeling van de volumes: rood: appartementen, grijs: kantoren, geel: restaurant en horeca.

Programma

De stedenbouwkundige vergissing van een dode plint is voorkomen: met veel aandacht is een variatie van grote en kleinere retail, kantoren, woningen en een culturele instelling ondergebracht in een verhoogde plint. De verdiepingen bieden ruimte aan kantoren en aan woningen: 250 huur- en 160 koopwoningen. Van de 250 huurwoningen hebben er 60 een middenhuur. De prijzen van de koopwoningen varieren van € 350.000 tot € 2,7 miljoen. In tegenstelling tot de 20% sociale huur die normaal gesproken in Utrecht gereserveerd wordt voor nieuwbouw ontbreekt sociale huur in Wonderwoods.

Verrassend genoeg loopt over de terrassen van het gebouwcomplex een publiek toegankelijke groene route. Dit opgetilde park met een lengte van 4 kilometer is toegankelijk via een restaurant op de zevende verdieping. Bij het restaurant verbindt een brug over het straatje de twee torens. Naast het restaurant komt een educatief centrum over duurzaamheid. De culturele instelling op de begane grond van de MVSA- toren is een internationaal museum op het gebied van digital art, Nowhere. In Nowhere wordt een nieuw soort multi sensorische en interactieve digitale kunst tentoongesteld waarmee het publiek zich actief bezighoudt. Dat in de kern van de ruimte geen daglicht komt, is in dit geval niet bezwaarlijk.

Constructie en materialisering

Op een fundering van 900 palen samen 12 kilometer lang staat de constructie van beton, staal en hout. Waar in Nederland hout geconstrueerde hoogbouw al wordt toegepast, beperkt het houten deel van Wonderwoods zich tot houten wandelementen. De ecologische voetafdruk van hout is veel lager dan van beton en van staal. Bovendien slaat hout CO2 op. Ook is hout makkelijk te hergebruiken en verkort het de bouwtijd. Staal wordt gebruikt om zeer hoge lasten te kunnen opvangen. Het gewicht van de plant- en boombakken en het overige programma van eisen zal aan de materiaalkeuze ten grondslag hebben gelegen.

De gevels van Wonderwoods bestaan uit prefab gevelelementen: de buitenmuur, de isolatie laag, de binnenmuur, de kozijnen en de planten- en bloemenbakken zijn in de fabriek tot complete gevelelementen verwerkt. Ze worden in verticale stand van de vrachtwagen gehesen en gemonteerd. Het is wonderlijk om te vernemen hoe goed doordacht dit bouwproject wordt uitgevoerd, inclusief het duurzaam scheiden, beperken en afvoeren van afvalstromen. De betonnen buitenmuren hebben door het keramisch beslag een mediterraan tintje. De MVSA-toren heeft een andere materialisering, een deels eigen kleurstelling en de voor MVSA kenmerkende ronde hoeken.


De boom- en plantenbakken zijn in de fabriek voorzien van leidingen, sensoren en aarde. Ze rusten op 28 cm dikke consoles.


Een boombak (links op de foto) is meer dan manshoog en weegt maar liefst 15 tot 18 ton.


Groene gevel van plantenbakken en boombakken met schuine fronten. De plafonds van de balkons/loggia’s zijn met tropisch hout afgewerkt.

(Onderhoud van) De leefomgeving

De planten en bomen worden ingenieus geirrigeerd met regenwater dat wordt verzameld en opgeslagen op de daken en in de kelders. Sensoren in de planten- en boombakken meten de temperatuur en de vochtigheid. Ze geven aan hoeveel water waar nodig is. Het water stroomt door de leidingen in de gevelelementen naar de planten.


Afbeelding MVSA. De twee verdiepingen hoge wintertuinen liggen achter glazen geveldelen die automatisch open en dicht gaan al naar gelang de windkracht en temperatuur die wordt gemeten door censoren.

De vegetatie op het gebouw is geïnspireerd op die van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Jaren voor de bouwaanvang zijn de bomen en planten geselecteerd en opgekweekt. Om te voorkomen dat de bomen van het gebouw af waaien is ieder exemplaar voor iedere plek getest in een windtunnel. De testresultaten bepaalden de uiteindelijke selectie van bomen op soort, grootte, breedte en kruinomvang. Spanbanden houden de bomen op hun plaats. Zo’n onderzoek is in Nederland nog niet eerder gedaan. Het predikaat innoverend is hier op zijn plaats.

De Koninklijke Ginkel Groep is verantwoordelijk voor de groenproductie, -aanleg en voor het groenonderhoud gedurende een contractperiode van 25 jaar. Welstand eist dat het groen in goede conditie blijft.


Het snoeien van de planten gebeurd door groenwerkers die met touwen de gevels afgaan. Daartoe zijn bij de plantenbakken speciale openingen aangebracht. De gebruiker/bewoner betaald voor het groenonderhoud € 16 per maand.

Locatie en mobiliteit

Pal naast het Centraal Station Utrecht gelegen is de bereikbaarheid van Wonderwood met het openbaar vervoer zeer goed. Passend bij een ‘Healthy Urban Quarter’ en bij de trend van het terugdringen van de auto zijn voor de 420 woningen slechts 50 (ondergrondse) parkeerplaatsen gebouwd. Het lage aantal parkeerplaatsen moet het gebruik van het openbaar vervoer en van deelauto’s stimuleren. De woordvoerder van Volker Wessels, samen met Boele & van Eesteren de twee verantwoordelijke bouwbedrijven van Wonderwoods, vertelt dat belangstellende kopers en huurders hun mobiliteitsgedrag hierop willen aanpassen. Voor het bedrijfsleven blijkt Wonderwoods een aantrekkelijke alternatieve kantorenlocatie te zijn voor de peperdure Zuidas in Amsterdam.

Woningplattegrond

De woningplattegrond is een belangrijke graadmeter voor de woonkwaliteit. In de presentaties werd daar geen aandacht aan gegeven maar tijdens het projectbezoek krijg ik de kans een woning van binnen te zien. We bezoeken een hoekappartement op een van de lagere verdiepingen in de hoge toren. Het hoekappartement heeft een aantrekkelijk balkon aan twee zijden met op de hoek een lage glazen deur als windscherm. Het hoekappartement is van twee zijden belicht. De appartementen liggen aan een donkere gang. Aan de andere zijde van de gang liggen de bergingen. Vanwege de diepte van de bouwmassa kan het binnenste van de ruimte niet met appartementen worden benut omdat daar geen natuurlijk licht komt. Maar door aan de binnenzijde bergingen te situeren, wordt de ruimte toch helemaal benut.

Op internet vind ik plattegronden van hoger gelegen etages in de hoogste toren. De plattegronden wijzen uit dat de kleinere appartementen gelegen tussen de hoekappartementen van een zijde natuurlijk licht binnen krijgen.


Wonderwoods, woningplattegrond van 71m2, verkoopprijs € 490.000, eenzijdige belichting.


Wonderwoods woningplattegrond van 45m2, verkoopprijs € 355.000, eenzijdige belichting.


Wonderwoods, woningplattegrond van 83m2, verkoopprijs € 640.000, hoekappartement met tweezijdige belichting.


Wonderwoods, loft van 221m2 met twee woonlagen, verkoopprijs 2,3 miljoen, eenzijdige belichting maar door een brede gevel wel veel licht.

Het ideaal van de doorzonwoning uit de jaren ’60, ’70 en ’80 is al enige tijd verlaten. Ik ben zelf opgegroeid in woningen uit die periode. Bij vrienden die een nieuw stadsappartement hebben bemachtigd, merkte ik een eenzijdige natuurlijke lichtinval op. Dat beeld wordt deels bevestigd in Wonderwoods. Ook ontsluitingsruimten zijn niet meer automatisch van natuurlijk licht voorzien zoals een portiek of galerij vroeger. Voor meerzijdig belichte woningen in een diep bouwvolume zijn ruime atriums, binnenhoven of lichtschachten nodig. Die extra ruimte kost geld en ruimte.


Wonderwoods, gang met bergingen grenzend aan de gang met woningontsluitingen.

Na het projectbezoek lees ik een recente publicatie van bureau De Zwarte Hond over de ontwikkeling van de woningplattegrond. Sinds de jaren ´80 zijn woningen kleiner, dieper en donkerder geworden. De verklaring ligt in de verhoging van de comforteisen die hebben geleid tot hogere gevelkosten. Om toch bouwkosten en energie te besparen is bezuinigd op de geveloppervlakte.1 Typisch voor de Nederlandse zuinigheid?

Waarden als ‘woongenot, eigenheid en je thuis voelen’ zouden zijn ondergesneeuwd ten gunste van de technische en economische opgave en ten gunste van constructie en exterieur. Wat resteert zijn efficiënte maar ‘karakterloze’ standaard plattegronden. Het begrip ´hokkerig´ kennen velen wellicht.


Afbeelding De Zwarte Hond. The Cube, Amsterdam, plattegrond met ingebouwde meubels en doorloopmogelijkheid.


Afbeelding De Zwarte Hond. Hart van de Waalsprong, Nijmegen, plattegrond met twee leefruimtes en doorloopmogelijkheid.


Afbeelding De Zwarte Hond. Buiksloterham, Amsterdam, plattegrond met schuifdeuren, inbouwkasten en doorloopmogelijkheid.

Publieke ruimte en maatschappelijk rendement

Zal het publieke park van Wonderwoods publiek toegankelijk blijven? Er zijn voorbeelden van het sluiten van publieke routes over gebouwen. De openbare route over het Sluishuis sluit tegenwoordig om 16.00 uur vanwege te grote drukte. De publieke route van het booking.com gebouw is wel aangelegd maar is nooit voor het publiek opengesteld zoals aan de omwonenden vooraf wel werd beloofd. Harmonie vinden tussen de belangen van private gebruikers en publieke gebruikers blijkt niet altijd eenvoudig.

Al met al lijkt Wonderwoods een grensverleggend project dat met toewijding en volharding is doorgedacht en doorgezet. Het scoort duidelijk op leefbaarheid en milieu door een enorme input van groen en gebruik van hernieuwbare energiebronnen. Het is een groen statement op het schakelpunt van de uitbreiding van het centrum. Met publieke voorzieningen voor Utrecht, de bewonersgemeenschap van de nieuwe wijk Beurskwartier en voor bezoekers aan Utrecht.

Met een deel middenhuur als laagste huurprijs zal Wonderwoods niet voor iedereen bereikbaar zijn. Ik woon zelf in een gemengde buurt en ervaar dat als inspirerend. In een gemengde buurt leer je dat de een niet voor de ander hoeft onder te doen en dat tegelijkertijd mensen sterk van elkaar verschillen. Het is te hopen dat van de mooie voorzieningen van Wonderwoods een divers publiek gebruik kan (blijven) maken.

Out there, #4 Woningplattegronden, De zwarte hond, Rotterdam 2022 ↩︎

De entresol en het Nieuwe Werken, deel 1

Kantoren zijn er niet meer om in stilte achter je bureau te werken. Het kantoortype ‘kamers aan een gang’ is deels vervangen door de kantoortuin: een grote open ruimte met werkplekken en zitjes. In de kantoortuin werk je met je smartphone en laptop op een plek die vrij is. Je ontmoet er collega’s (met verschillende achtergronden) om kennis te delen.

Een nog grotere openheid in het kantoor wordt bereikt met behulp van een entresol/ tussenverdieping/vide. In de hoge ruimte is meer zicht, meer contact en vaak meer licht. Veel nieuwe gebouwen, kantoren en ontmoetingsruimten in het algemeen, hebben (een) entresol(s).

Het Forum in Groningen, 2019 NL Architects, onderkomen van de Openbare Bibliotheek, de Volksuniversiteit Groningen en een filmtheater, in 2020 door de BNA (Bond van Nederlandse Architecten) bekroond tot het beste gebouw van 2020.

In het interieur van Forum zijn vides met roltrappen met elkaar verbonden.

Op traptreden zijn zitjes/ontmoetingsruimten gemaakt. Grote glazen gevelvlakken zorgen voor veel lichtintrede en voor contact met de (historische) omgeving.

Interieur van de techcampus van Booking.com, UN Studio, geopend in 2023.

In het nieuwe booking.com gebouw zijn twee atriums waar omheen vides eindigen. Enkele bruggen overspannen de ruimte. Collega’s zien elkaar van verre en ontmoeten elkaar in de met groen ingerichte zitjes/loungeplekken. De techcampus is het domein van Booking.com employees geworden. Niet de met Amsterdammers gedeelde plek met publieke route en restaurants zoals van tevoren door de ontwikkelaar aangekondigd.

Interieur van het Jakoba Mulderhuis, Powerhouse, Architekten Cie en Marc Koehler, 2023.

Het Jakoba Mulderhuis is de laatste uitbreiding van de Amstelcampus van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) aan de Wibautstraat. Het behuist de faculteit Techniek. Net als in het gebouw van Booking.com is bij binnenkomst de hoge ruimte met zicht op de open verdiepingsvloeren en de trappen daar naartoe overweldigend. Dit atrium is ‘het bruisende hart’, een ‘showcase voor de techniek’ en een ‘theater voor het leren’ aldus de architecten. ´Je ontmoet per ongeluk en leert op een spontane manier van elkaar. Daardoor ontstaat innovatie.’ Een mooie gedachte.

De twee betonnen casco’s van het Jakoba Mulderhuis hebben ieder eigen installaties. De gevels en alle andere onderdelen zijn demontabel. Daardoor kan in de toe

De gelaagdheid van Napels

Wie Napels zegt, zegt Pompeji. Tijdens mijn verblijf in Napels in oktober 2021 ontdekte ik dat je voor Grieks-Romeinse fundamenten in Napels zelf aan je trekken komt. De Golf van Napels is een vulkanisch gebied. De Grieken die zich hier rond 700 voor Christus vestigden – de naam Napels komt van het Griekse neo polis – hakten brokken vulkanisch tufsteen uit de bodem. De Grieken gebruikten de tufsteen als bouwmateriaal. Ze bedachten om de ontstane gaten te gebruiken als wateropslag. Er ontstond een watervoorziening stelsel van reservoirs en smalle kanalen dat de Romeinen uitbouwden. Zo ligt tussen Pompeji en Napels een 20 kilometer lang ondergronds waterkanaal. Deze watervoorziening functioneerde eeuwenlang tot aan de invoering van een bovengronds waterleidingsysteem. Aan de noordzijde van het centrum van Napels bij de haven staan honderden huizen met een waterput op het erf. De putten reiken tot de voormalige waterreservoirs.


Een 40 meter diepe toegang tot het ondergrondse watervoorziening stelsel.

In de Tweede Wereldoorlog kwamen de leegstaande waterreservoirs en kanalen goed van pas. Hitler en Mussolini hadden de haven van Napels tot de belangrijkste haven in Zuid Europa uitgeroepen. Met zware geallieerde bombardementen tot gevolg. Tijdens de bombardementen schuilde de bevolking in de voormalige watervoorziening. Op het hoogtepunt zaten 350.000 Napolitanen tegelijk ondergedoken in deze catacomben. De langstdurende schuilperiode was vijf maanden; kortere perioden duurden een aantal uren of enkele dagen.

Een geïmproviseerd elektriciteitsnet werd aangelegd. Er werden huwelijken afgesloten; er is een voormalige huwelijksnachtkamer. In de muren zijn tekeningen gekrast van Marilyn Monroe, Mussolini en van een voetbalveld. Dit alles is te zien in een guided tour. Niet aan te bevelen voor mensen met claustrofobische aanleg. Ik paste alleen zijwaarts door de smalle gangen.


Enkele bewaarde objecten uit het dagelijkse leven waaronder een kinderwagen.

Na de oorlog gooiden de Napolitanen het vele puin van de bombardementen in de catacomben. Zo sloegen ze twee vliegen in een klap: het puin was weg en de herinneringen aan het harde leven in de catacomben waren bedolven. Totdat in de jaren negentig een culturele instelling met hulp van vrijwilligers ging puinruimen. Zodra een gedeelte klaar was, begonnen de catacomben aan een volgend leven: dat van site van een toeristische tour door underground Naples.


De gids wijst de weg door de smalle opening. Voor hen die dat niet wilden, was er een alternatieve route.

In het hart van het centrum van Napels ligt de Middeleeuwse kerk met klooster van San Lorenzo Maggiore. Hier startte de tweede ondergrondse tour die ik deed die dag. Wij daalden met een trap af uit het 12e -eeuwse kerkcomplex. Enkele momenten later waren we in een Romeins marktcomplex van twee bouwlagen.
De Griekse delen van het complex zijn herkenbaar aan de grote steenblokken; de Romeinse delen aan de kleine steentjes en bakstenen. De rijke Romeinen konden zich een markt met een koele kelderverdieping met stromend water en lichtopeningen veroorloven.


Een tegenwoordige pizza steenoven ziet er niet veel anders uit dan deze ovens in een voormalige bakkerij in het Romeinse marktcomplex.


Winkel. Onder het bankje links ruimte om waren koel te houden. Boven een natuurlijke lichtvoorziening. Bij de vloer een opening en een watergootje.

Een modderstroom vanaf de bergen zorgde er voor dat het Romeinse centrum het gebied voor lange tijd bedekt was. Op de modder en op de Romeinse marktplaats bouwden Middeleeuwse kerkvaders het kerkcomplex. Dat was makkelijk en leverde zonder inspanning een flinke wijnkelder op. Eeuwen later vernietigden geallieerde bommen de daken en vloeren van het kerkcomplex. Plotseling werd door de vernielde vloeren heen het Griekse-Romeinse stadshart zichtbaar.


De marktstraat waaraan de diverse verkoopruimten liggen. De achterste boog is kleiner dan de voorste. Hiermee deden de Romeinen de straat langer lijken dan hij in werkelijkheid is.


Historische gelaagdheid: de Middeleeuwse laag en daar onder de Grieks-Romeinse laag in een beeld.

Zo blijkt dat toeval en veranderende interesses en behoeften een stukje van de geschiedenis bloot geven.
Tijdens de eerste 18e -eeuwse opgravingen in Pompeji was er alleen belangstelling voor de fresco’s in de gebouwen. De interesse voor de ruïnes en het leven van de 15.000 bewoners kwam pas veel later.

De poreuze stad

Architect Winy Maas presenteerde in het voorjaar van 2019 in Pakhuis De Zwijger zijn nieuwe boek PoroCity. De poreuze stad is een open stad waarin je elkaar ontmoet. Introverte torens die bedoeld zijn om hoge dichtheden te halen, zijn op dit moment volgens Maas nog te bepalend voor veel steden. Hij noemt het 18e eeuwse Rome-plan van Nolli een vroeg voorbeeld van hoe het wel moet: maar liefst 50% van de publieke ruimte bevindt zich in gebouwen (zoals bijvoorbeeld in het Pantheon) of is semi publieke-ruimte. Laatste is overgangsruimte zoals bijvoorbeeld colonnades bij een plein. Het gaat in de poreuze stad om het maken van aantrekkelijke verbindingen tussen private en publieke ruimten. Dat levert ontmoetingsruimte of gedeelde ruimte op.

Aldo van Eijck was in de jaren zestig al een Nederlandse pleiter voor gedeelde ruimte die hij ‘in between spaces’ noemde. Nu herontdekt Maas Van Eijck ‘met data en software’, aldus Maas tijdens zijn boekpresentatie. Behalve dat ze gedeelte ruimte hebben voldoen de modellen van de studenten van Maas aan de criteria daglicht, uitzicht, koeling (door middel van grotten), groen, ventilatie en toegankelijkheid.

‘Studenten zetten ‘intuitie om in logica, kijken stap voor stap hoever je kunt gaan, denken inter-relationeel en verbinden data met elkaar. Software doet de rest. Het resultaat moet humaniseren, het tegenovergestelde zijn van ontwikkelingen in Berlijn en Hamburg, bunkercity’s, en is mooier dan Escher’, aldus Maas. ‘Dure staalconstructies zijn echter vereist. Daarom hebben we ‘nog wel een welvaartsprobleempje’, onderkent Maas.

Valley van MVRDV is een voorbeeld van de poreuze stad. Met behulp van een modelwoning worden materialen getest. Foto 2019.

Valley, geopend in augustus 2022.

Architectuur en big data

De persoonsgegevens die wij achterlaten op internet verkopen bedrijven als Facebook en Google aan reclamebedrijven. Op ons profiel aansluitende advertenties krijgen wij retour. Onze muziekvoorkeur koppelt Spotify aan overeenkomstige muzieksmaken. Wij krijgen de nieuwe titels. Het Brexit-referendum is mede gewonnen door de partij die dankzij kiezersinformatie de winnende verkiezingsslogan verzon. Kunnen big data architectuur en stedenbouw dienen bij de verdichting, verduurzaming en energietransitie van de stad? Die vraag stelde Pakhuis de Zwijger in het programma Connected architecture op 12 december 2018.

Het onderwerp is niet helemaal nieuw want architectenbureaus hebben al lang research afdelingen. Wat voegde deze avond toe? Om te beginnen een presentatie over het Fundahuis van architect Jeroen Atteveld. De onroerendgoedsite Funda heeft 1 miljard woningbezoeken per jaar. Veel mensen dromen van een kasteel maar eindigen met de aankoop van een rijtjeshuis, concludeerden Atteveld en Funda uit deze data. Dat bracht Atteveld tot zijn ontwerp van een kasteel in een huizenrij.


Grote glazen klapdeuren breken met de traditionele raamgrootte.

Om de grote, lichte zitkamer op de begane grond kronkelt een galerij naar de vertrekken boven.

Er was een voordracht over de 3D geprinte metalen brug met sensoren die in 2019 over de Oudezijdsachterburgwal in Amsterdam zal worden geplaatst. De sensoren slaan data op over spanning, vibratie en verschuiving van de brug. Ze meten de temperatuur en de luchtkwaliteit en registreren hoeveel mensen in welk tempo over de brug lopen: nuttige gegevens voor toekomstige 3D geprinte metaalstructuren en voor aanpassingen voor de veiligheid van de brug.


De 3D geprinte brug werd tentoongesteld op de Design Week 2018 in Eindhoven.

Oudezijds achterburgwal-Stoofsteeg, de nog aanwezige noodbrug gaat vervangen worden door de 3D geprinte brug.

Een 3D printer met een lasapparaat op een robot print de brug. Dit soort constructies en vormen kan door een vakman niet geconstrueerd worden. Een duurzaam effect van 3D printen is dat er geen restmateriaal (bouwafval) is.

De brug is een ontwerp van de interieurontwerper Joris laarman en MX3D. Laarman wil met nieuwe technieken en een hoge kwaliteit van materialen een visuele taal van de toekomst ontwikkelen.

Fred Schoorl, directeur van de BNA, de Bond van Nederlandse Architecten, gaf een samenvatting van het project ‘De stad van de toekomst’: vijf (her)ontwikkelingsplannen voor vijf bouwlocaties in vijf Nederlandse grote steden, uitgevoerd door vijf multidisciplinaire teams. Nabijheid, beloopbaarheid, complete buurten met veel diensten bij elkaar, buurten die verbinding en samenwerking mogelijk maken en die flexibele rustruimte (open plekken) bieden: de uitkomsten van het project in het kort, in april 2019 te verschijnen als boek. Maar hoe zit het met de big data?


Weergave van het gebied Fellenoord met diagram: procescriteria waarin de ‘partijen’ Beleid, Ontwerp en Data met elkaar uitwisselen en samenwerken. Objectiviteit, creativiteit en ethiek zijn bewaakte waarden in dit proces.

Het team van architect Bart Mispelblom Beyer hield zich bezig met het gebied Fellenoord, bij het station in Eindhoven, met het projectproces, niet met het fysieke ontwerp. Daarin zijn ‘big data noodzakelijk, maar we weten helemaal niets over de subjectieve, niet-materiele data’, aldus Mispelblom Beyer. ‘Wie kan mij zeggen hoe we aan deze data kunnen komen?’, vroeg hij de zaal.

Harde gegevens zoals de grootte van de huishoudens, de hoogte van de inkomens en leeftijden zijn niet meer genoeg. Bij het ontwerpen van een leefbare buurt, een gemengde buurt die geluk, welbevinden van bewoners die met elkaar samenleven mogelijk maakt, zijn andere gegevens nodig. Welke precies en hoe je die boven water krijgt, is nog niet helemaal duidelijk. Want het specialisme ‘leefbaarheid’ staat in Nederland nog in de kinderschoenen, licht Mispelblom Beyer toe op mijn navraag. Het gaat bijvoorbeeld om de vraag waar je de lagere inkomens plaatst in een gemengde wijk. De architect vergelijkt deze opgave met de kunst van iemand met een laag inkomen die toch gelukkig is. ‘Harde data wijzen uit dat een hoog inkomen gelukkig maakt en een laag inkomen ongelukkig. Toch zijn er ook mensen met een laag inkomen die gelukkig zijn. Hoe komt dat?’


Impressie van Rhapsody in West.

Krijg je de zachte gegevens in beeld door lange vragenlijsten met voorbeeldontwerpen te laten beantwoorden? ‘In ieder geval moeten de bewoners veel eerder dan tot nu toe het geval is bij het ontwerpen betrokken worden’, aldus Mispelblom Beyer. Hij verwijst naar Rhapsody in Amsterdam Nieuw West: een in het voorjaar van 2019 op te leveren buurt met 250 woningen waar dat zoveel mogelijk is gebeurd. Zo zijn bijvoorbeeld vijf woningen gereserveerd voor buurtfunctionarissen, waaronder een conciërge en een intranet specialist.

Drie Europese havensteden op de fiets: Hamburg


Links: entree van de Elbephilharmonie.
Boven: Hafen City met Elbephilharmonie aan de horizon.

Hamburg, de laatste van drie havensteden op de route van mijn fietsvakantie. De Elbephilharmonie staat net als het Muziekgebouw in Amsterdam op de kop van een haveneiland. De laatste kostte 60 miljoen euro; de eerste, herkenbaar aan het golvende dak, 789 miljoen. De bijdrage van Hamburg liep op van 77 miljoen naar 575 miljoen euro. Hafen City lijkt minder eenheid uit te stralen dan het Oostelijk Havengebied in Amsterdam.


De Elbephilharmonie (aan de horizon) en het Speicher kwartier: een 19e eeuws pakhuizencomplex. Smalle, diepe percelen, zoals spijkers grenzen met een zijde aan het water en een zijde aan de straat.

Damrak, Amsterdam: Middeleeuwse huizen(structuren) van het spijkertype: smal en diep, grenzend aan het water van het Damrak en aan de Warmoesstraat.


Op dit moment worden in de Houthavens in Amsterdam
spijkerwoningen gebouwd: het ‘Spijkerblok’ van Stefanova Architecten.

Om de oorlogsindustrie in de havenstad Hamburg te verdedigen tegen geallieerde luchtaanvallen zijn een paar enorme bunkers met luchtafweergeschut gebouwd. Nu herbergt de bunker een nachtclub en muziekwinkels. Er zijn plannen om de bunker te vergroenen en te bestemmen tot hotel.


De Aussenalster, een meer waarin de rivier de Alster, een zijrivier van de Elbe, opgaat. Deels nauurlijk en deels kunstmatig gelegen net buiten het centrum.

Voor Cornelis Van Eesteren een voorbeeld voor zijn Amsterdamse Sloterplas met daarom heen de Westelijke Tuinsteden.

Een rauw randje van Hamburg in Sternschanze.

Daar is niet iedereen enthousiast over het toerisme.

Bijlmerbajes: the last waltz

In de Bijlmerbajes werd half oktober de kunsttentoonstelling Big Art gehouden. De komende weken volgen de laatste rondleidingen door het complex, dat daarna wordt afgebroken voor een nieuwe woonwijk ontworpen door OMA. Het toen hypermoderne gevangenisgebouw kreeg bekendheid om het progressieve, in onze huidige ogen soms hilarische gevangenisbewind.

De in 1979 geopende gevangenis werd ontworpen door het architectenechtpaar Pot en Pot-Keegstra. Het bestaat uit zes torens, verbonden door laagbouw, met tussenliggende luchtruimtes. Mevrouw Pot-Keegstra: ‘Het idee waarmee wij begonnen was een hotelgedachte. Dat hadden studenten- en zusterhuizen ook. Dat kun je zo aangenaam mogelijk maken.’


Big Art publiek bekijkt de grote kunstobjecten in de gang tussen de torens.

Ook de kerk, met parketvloer en grote daklichten, was ingericht als tentoonstellingsruimte.

Voor het Bijlmerbajesgebied is door het bureau van Rem Kolhaas, OMA, een ontwerp gemaakt met 1350 woningen in een gezonde, groene omgeving. Celdeuren worden hergebruikt als brugdelen. Tralies, die aanvankelijk afwezig bleven want ook gevangenen hadden recht op uitzicht, worden balkonhekjes. De vrouwentoren blijft en wordt ingericht als verticale tuin. Ook de gevangenismuur blijft (gedeeltelijk) overeind. Meer informatie over het OMA-ontwerp.

Het groen moet veel kleinschaliger worden dan in bijvoorbeeld de Westelijke Tuinsteden en zo ingericht dat het de sociale interactie werkelijk bevorderd, zoals in Parijse plantsoentjes. Zo krijgt de voormalige gevangenisgrond opnieuw een opvoedkundig ideaal.

Het Amsterdamse Debat Hoogbouw Deel III: de Sluisbuurt afgetikt

De vijf hoogste torens uit het Sluisbuurtplan mogen 125 meter worden: dezelfde hoogte als de Rembrandttoren, het hoogste gebouw in Amsterdam op dit moment. Dat is vijftien meter lager dan de oorspronkelijke 140 meter uit het plan. Door de verlaging wordt de zichtlijn vanuit het Unesco gebied niet meer geblokkeerd.  

Omdat het vijf hoge torens bij elkaar zijn, betekent de Sluisbuurt uiteindelijk een verandering van het hoogbouwbeleid: het gaat niet meer om een hoogbouwaccent, maar om een hoogbouwensemble, aan de beeldbepalende IJ oevers.

De torens staan op een sokkel van middelhoogbouw. Hierdoor is vanaf de straat de hoogbouw minder opdringerig en is er geen windhinder (volgens de gemeentelijke ontwerpers). Een ondergronds afval transportsysteem (OAT) voorkomt de plaatsing van  137 ondergrondse vuilcontainers; vervuilende vuilniswagens hoeven de wijk niet meer in.

Zeven architectenbureaus werden verdeeld over 14 deelgebieden van de Sluisbuurt. Ze kregen de opdracht studie te doen naar een nieuwe Amsterdamse typologie van blokken en torens. Het resultaat is deze maquette: compacte en gevarieerde blokken, met soms grondgebonden woningen, met terugliggende dunne torens. Bewoners worden uitnodigd tot het toeeigenen van de buitenruimte: door gebruik van de onbebouwde buitenste strook, van daken en van verdiepingen in de torens. 


Het Zeeburgereiland links vanaf de Schellingwouderbrug.

De grond voor de Sluisbuurt rechts vanaf de Schellingwouderbrug. De bouw begint eind 2019.

Een koppeling van ‘hoogbouw’ met middel hoogbouw werd in Amsterdam al toegepast op de Westerdokskade en in het Pontsteigergebouw. De grote voorbeelden hiervan kwamen uit Vancouver, Toronto en Chicago; steden aan het water waar Amsterdamse gemeentelijke delegaties op werkbezoek gingen. De rol van hoogbouw in Amsterdam lijkt mee te vallen vergeleken bij wat zich afspeelt in Londen. Het private grondbezit daar heeft gezorgd voor een onsamenhangend hoogbouwlandschap van honderden torens.

USA educational architects on amsterdam tour

USA educational architects on amsterdam tour april 2018
Architectuur Tours Amsterdam had the privilige to organise a school tour on 22 and 23 april for 24 educational US-architects. The 4 day trip to Europe was initiated by NanaWall, producer of opening glass walls.

Me was asked to organize tours in the Amsterdam library, OBA, and in several sharp designed Amsterdam schools, when possible with presentations.

After their check in at Lloyd Hotel, I accompanied the group to the OBA. Here Thomas Offermans, director of the Jo Coenen office, did a presentation and a tour about the actual changes on the building: the entrances to the cafe, the exhibition space and theatre.


Thomas Offermans and the US architects at the roof terrace of the OBA.

Eric Schotte explaining about the principle of the ‘learning squares’.

After the library we did the conservatory which is next door and a good and educational building.
Than we went for a 1,5 hrs ‘Manhattan at the IJ experience’: a boat ride about the latest architecture at the IJ-banks mixed with the historic of the Western islands and a bit of the ring of canals. We finished the day with a small walk through the old centre in direction to our dinner place.

Monday morning at 8 AM our busdriver brought us to the Montessorischool Steigereiland. Four little scholars guided us through the primary school. Next stop was IJburgcollege, where architect Eric Schotte did a presentation and a tour. The Americans were very much interested in the realisation of the diverse functions in one school building: the school, appartments and public gym above the school and parking beneath. Also the ‘learning squares’, communal learning spaces, had their special interest.

At the Nicolaas Lyceum in Amsterdam south architecte Richelle the Jong showed us her very tranparent, charmly curved school buiding. The great openess impressed, because it’s impossible in the US with all the school shootings. The Nicolaas even has a meditation room!


Richelle de Jong explaining.

Multifunctional steps in the aula: a very often followed invention from Herzberger?

The meditation room.

With two speed tours, in the 4th Gymnasium and in Bredeschool Houthaven, we finished the Amsterdam part of the trip. The bus departed to Arnhem for the last school, the Herzberger Omnibus school. It has Solarlux elements in it. Solarlux is a partner producer of NanaWall. At 6.30 PM the end destination of the day, Osnabruck, was reached. On schedule!

Het Amsterdamse Debat Hoogbouw, 2.


Het plan van de dienst Grond en Ontwikkeling.

Het plan van Soeters.

De discussie gaat vooralsnog vooral over twee plaatjes: die met de hoge torens van de gemeente en die met de lagere blokken van Soeters. Daaronder liggen belangrijke stedenbouwkundige vragen: hoe is het gebied gekoppeld aan de infrastructuur en hoe aan het openbaar vervoer? Voor welke voorzieningen is in de Sluisbuurt draagkracht en wat is een passende woningtypologie voor een moderne stadswijk?

Eerst de cultuurhistorie. De gemeentelijke diensten Economie en Ruimte (voorheen Dienst Ruimtelijke Ordening) en Monumenten en Archeologie hebben negatief geadviseerd over het gemeentelijke plan van de dienst Grond en Ontwikkeling. Een zogenaamde Hoogbouw Effect Rapportage (HER) laat zien dat zichtlijnen vanuit het UNESCO gebied worden geblokkeerd. Kunsthistorica Petra Brouwer liet weten het effect van de torens op Waterland te vrezen. Publicist Bas Kok waarschuwde voor ‘de verzwelging van de Oranjesluizen, Schellingwoude en Durgerdam.’ ‘Een eeuwenoude waarneming van tijd en ruimte in het Amsterdamse en Waterlandse landschap gaat kapot’, sprak iemand vanaf de tribune.

Dit proces is echter al veel langer aan de gang.


Zichtlijn vanaf de Prinsengracht-Leidsegracht naar de Rembrandttoren.

Huidige (juni 2017) bouwontwikkeling in de Amstelscheg, het Amstelkwartier.

Brouwer stelde dat door de bouw van de Rembrandttoren in de Amstelscheg een precedent is geschapen voor het bebouwen van de groene scheggen van het plan van Van Eesteren uit 1934. Dit nog actuele vingermodel met groene scheggen tussen lobben bebouwing staat door de huidige bouwdrift onder druk. Vanuit het centrum bereikt men op de fiets in twintig minuten een groene scheg. De landelijkheid op de kop van de Amstelscheg is echter inmiddels aangetast door de Rembrandttoren en omgeving en door de huidige bouw van het Amstelkwartier.

De Rembrandttoren staat in een zichtlijn van de grachtengordel naar de Amstelscheg. De grachtengordel had toen nog geen UNESCO-status, daarom kon de toren gebouwd worden. De Sluisbuurt ligt op de kop van de Diemerscheg en volgens de HER ook in een zichtlijn van de grachtengordel naar de Diemerscheg. Het is daarom de vraag of de UNESCO akkoord gaat met het gemeentelijke plan.

Hoogbouw en 'architectengeilheid'

De Arcam-debatavond Hoogbouw, the sky, the limit? op 19 januari 2017, ging over de hoogbouwplannen op het Zeeburgereiland. Deel II van de debatavond volgt op 28 maart.

Sprekers, panelleden en zaal zijn het eens dat hoge dichtheid en diversiteit voorwaarden zijn voor een stedelijk milieu. De dichtheid is in Amsterdam altijd laag geweest door het vele aanwezige water. Hoge dichtheid kun je bereiken op verschillende manieren.

De gemeentelijke ontwerpster zegt dat ze is uitgegaan van diversiteit en van de openbare ruimte. De bebouwing heeft verschillende hoogten en bevat sociale en studentenwoningen. ‘De ontwerpers het gebaar maken: hier aan het IJ gebeurd het’. Het plan verlicht de druk op de binnenstad en vergroot het de ‘agglomoratieve kracht’ van Amsterdam.

Tweedeling

Sjoerd Soeters illustreert zijn term ‘architectengeilheid’ met een naakte dame achter het raam hoog in een wolkenkrabber, zichzelf bekijkend.

Architect Sjoerd Soeters zegt dat voordeuren op het maaiveld een voorwaarde zijn voor levendigheid. En die ontbreken bij hoogbouw. Waarom willen wij 140 meter hoog? Hebben wij een gebrek aan identiteit? Hij noemt de literatuur over vereenzaming in hoogbouw en waarschuwt voor segregatie: rijken in zonnige torens boven het plebs in de schaduw. Hij toont een ongeuitvoerd hoogbouwproject van Le Corbusier, noemt de fascistische sympathieën van deze beroemste architect aller tijden. De houding ‘kijk mij eens hoog verheven zijn boven de anderen’ noemt hij ‘architectengeilheid’ en hij illustreert dat met een treffend plaatje. Soeters heeft een alternatief plan gemaakt van 7 a 8 bouwlagen.

Architect Rudy Uitenhaak rekent de zaal voor dat het stedenbouwkundig rendement van hoge bouwvolumen laag is. Liftschachten, trappenhuizen zorgen voor hoge bouwkosten want er zijn maar weinig woningen per verdieping waarmee je die kosten kunt terug verdienen. Door de dure woningen die dit oplevert, zullen de middenwoningen ontbreken. Met volumen van ongeveer 7,5 bouwlaag heb je dit probleem niet terwijl je dezelfde dichtheid bereikt. Rationeel goed onderbouwde plannen zijn nodig gezien de zeer hoge woningprijzen in Amsterdam en de tekorten in bepaalde segmenten, aldus Uytenhaak.

Mensen vinden het mooi

Volgens architect Jeroen Van Schooten ligt de oorzaak van het financiële probleem bij de hoge grondprijs binnen de ring. Omdat mensen het mooi vinden, het uitzicht prachtig is, moet ook hoog gebouwd worden. De enige voorwaarde is dat de windhinder serieus onderzocht wordt, aldus Van Schooten. De gemeente is eigenaar van deze grond en kan daardoor de woonprijs bepalen. In de Watergraafsmeer gebeurt het al: studenten wonen voor 410 euro per maand in een toren van 70 meter.

In het volgende blog over dit onderwerp de aspecten: cultuurhistorie, infrastructuur en voorzieningen, en deel II van het debat.

Ruimtelijke kwaliteit volgens Pi de Bruijn

Pi de Bruijn toont een tevreden bewoner voor zijn zelfbouwhuis in Roombeek, Enschede.

In zijn lezing op 22 september in de Academie van Bouwkunst behandelde Pi De Bruijn drie grote projecten waarbij hij nauw betrokken was /is: de Bijlmer, de wederopbouw van Roombeek in Enschede en de Zuidas. Meest boeiende was om te horen en te zien hoe deze architect en stedenbouwkundige een totale ommezwaai maakte: van werken vanuit een collectief-utopisch model – top-down gepland- naar een op individuele wensen en op de markt gerichte werkwijze.

In de Bijlmer was iedereen gelijk. Er was geen woningkeuze, iedere woning was hetzelfde. Zijn idee om een kopse kant met ramen te maken werd afgekeurd want week af van de regel. Gebouwen stonden op pootjes want de grond was van iedereen. ‘I believed in making a paradise’ aldus De Bruijn. Vele mensen wilden de Bijlmer niet. Toch bleef na de dood van het modernisme in 1975 de planning en programmering door ministeries gewoon doorgaan.

Van het wederopgebouwde Roombeek zou volgens de gemeente een helende werking moeten uitgaan. Verder kon De Bruijn ‘vrij’ van overheidsbemoeienis te werk gaan. In weerwil van sommige ambtenaren liet hij alles wat na de vuurwerkramp nog maar een beetje overeind stond restaureren.

Hij sprak met vele bewoners. De helft daarvan bouwt zijn huis zelf. Met supervisie in gradaties, soms niets, soms een beetje, afhankelijk van de plek. In de Museumlaan wees De Bruijn architecten van naam zelf aan. De arbeiderswijk Roombeek is nu een gemengde wijk met een cultuuras, een winkelas, scholen, ouderenvoorzieningen en parken.

Op de Zuidas verenigde De Bruijn twee aangrenzende Amsterdamse stadsdelen met elkaar: Plan Zuid van Berlage in het noorden met Buitenveldert van Van Eesteren in het zuiden. Deze twee fasen uit de stedenbouw vergelijkt De Bruijn zelfs met twee schilderijen uit de carrière van Mondriaan. Op de Zuidas is een raster zoals Buitenveldert opgevuld met gestapelde, onderling gevarieerde gesloten bouwblokken van Plan Zuid. Net als in Roombeek is bij die invulling veel vrijheid, hier van de big businesses.

Een wandeling Bijlmermeer Ganzenhoef boekt u bij Architectuur Tours Amsterdam

architectuurcriticus

U kunt u opgeven voor de nieuwsbrief via het contactformulier. Vermeld bij onderwerp ‘nieuwsbrief’.

Nieuwsbrief