De gelaagdheid van Napels
Wie Napels zegt, zegt Pompeji. Tijdens mijn verblijf in Napels in oktober 2021 ontdekte ik dat je voor Grieks-Romeinse fundamenten in Napels zelf aan je trekken komt. De Golf van Napels is een vulkanisch gebied. De Grieken die zich hier rond 700 voor Christus vestigden – de naam Napels komt van het Griekse neo polis – hakten brokken vulkanisch tufsteen uit de bodem. De Grieken gebruikten de tufsteen als bouwmateriaal. Ze bedachten om de ontstane gaten te gebruiken als wateropslag. Er ontstond een watervoorziening stelsel van reservoirs en smalle kanalen dat de Romeinen uitbouwden. Zo ligt tussen Pompeji en Napels een 20 kilometer lang ondergronds waterkanaal. Deze watervoorziening functioneerde eeuwenlang tot aan de invoering van een bovengronds waterleidingsysteem. Aan de noordzijde van het centrum van Napels bij de haven staan honderden huizen met een waterput op het erf. De putten reiken tot de voormalige waterreservoirs.
Een 40 meter diepe toegang tot het ondergrondse watervoorziening stelsel.
In de Tweede Wereldoorlog kwamen de leegstaande waterreservoirs en kanalen goed van pas. Hitler en Mussolini hadden de haven van Napels tot de belangrijkste haven in Zuid Europa uitgeroepen. Met zware geallieerde bombardementen tot gevolg. Tijdens de bombardementen schuilde de bevolking in de voormalige watervoorziening. Op het hoogtepunt zaten 350.000 Napolitanen tegelijk ondergedoken in deze catacomben. De langstdurende schuilperiode was vijf maanden; kortere perioden duurden een aantal uren of enkele dagen.
Een geïmproviseerd elektriciteitsnet werd aangelegd. Er werden huwelijken afgesloten; er is een voormalige huwelijksnachtkamer. In de muren zijn tekeningen gekrast van Marilyn Monroe, Mussolini en van een voetbalveld. Dit alles is te zien in een guided tour. Niet aan te bevelen voor mensen met claustrofobische aanleg. Ik paste alleen zijwaarts door de smalle gangen.
Enkele bewaarde objecten uit het dagelijkse leven waaronder een kinderwagen.
Na de oorlog gooiden de Napolitanen het vele puin van de bombardementen in de catacomben. Zo sloegen ze twee vliegen in een klap: het puin was weg en de herinneringen aan het harde leven in de catacomben waren bedolven. Totdat in de jaren negentig een culturele instelling met hulp van vrijwilligers ging puinruimen. Zodra een gedeelte klaar was, begonnen de catacomben aan een volgend leven: dat van site van een toeristische tour door underground Naples.
De gids wijst de weg door de smalle opening. Voor hen die dat niet wilden, was er een alternatieve route.
In het hart van het centrum van Napels ligt de Middeleeuwse kerk met klooster van San Lorenzo Maggiore. Hier startte de tweede ondergrondse tour die ik deed die dag. Wij daalden met een trap af uit het 12e -eeuwse kerkcomplex. Enkele momenten later waren we in een Romeins marktcomplex van twee bouwlagen.
De Griekse delen van het complex zijn herkenbaar aan de grote steenblokken; de Romeinse delen aan de kleine steentjes en bakstenen. De rijke Romeinen konden zich een markt met een koele kelderverdieping met stromend water en lichtopeningen veroorloven.
Een tegenwoordige pizza steenoven ziet er niet veel anders uit dan deze ovens in een voormalige bakkerij in het Romeinse marktcomplex.

Winkel. Onder het bankje links ruimte om waren koel te houden. Boven een natuurlijke lichtvoorziening. Bij de vloer een opening en een watergootje.
Een modderstroom vanaf de bergen zorgde er voor dat het Romeinse centrum het gebied voor lange tijd bedekt was. Op de modder en op de Romeinse marktplaats bouwden Middeleeuwse kerkvaders het kerkcomplex. Dat was makkelijk en leverde zonder inspanning een flinke wijnkelder op. Eeuwen later vernietigden geallieerde bommen de daken en vloeren van het kerkcomplex. Plotseling werd door de vernielde vloeren heen het Griekse-Romeinse stadshart zichtbaar.
De marktstraat waaraan de diverse verkoopruimten liggen. De achterste boog is kleiner dan de voorste. Hiermee deden de Romeinen de straat langer lijken dan hij in werkelijkheid is.

Historische gelaagdheid: de Middeleeuwse laag en daar onder de Grieks-Romeinse laag in een beeld.
Zo blijkt dat toeval en veranderende interesses en behoeften een stukje van de geschiedenis bloot geven.
Tijdens de eerste 18e -eeuwse opgravingen in Pompeji was er alleen belangstelling voor de fresco’s in de gebouwen. De interesse voor de ruïnes en het leven van de 15.000 bewoners kwam pas veel later.